Na een aantal seizoenen bijna geen tegenstanders te hebben getroffen in de hal, is het begin van deze competitie dan ook een beetje tasten in het duister. Tegen wie spelen we dit weekend en wie spelen er eigenlijk in dit team? Hoe kunnen we dit inschatten en is er dan ook een speelplan op te maken?
Zo hoorden wij in de wandelgangen al voor de eerste speelronde, dat er waarschijnlijk 1 ploeg met kop en schouders boven uit gaat steken in de Eerste Divisie A. Dat zou de ploeg uit het Gelderse (of is het al Limburg??) Wehl zijn. Naar verluid zijn daar een aantal speelsters gaan spelen, die in het verleden daar al gespeeld hebben, of nieuw zijn, dat weten we dan weer niet. Op VoV lazen we zaterdagmorgen de namen al en lezen we de bevestiging dat we tegen bijna een half eredivisieteam gaan spelen. Nou ja, of het er dan 1 is of 3 zijn, dat maakt ons ook niet veel uit. Gezien de prille stand is wel te zien dat ze al twee keer hebben gewonnen, dus is Halley al begonnen met het waarmaken van de naam en faam die hun vooruitsnelt!
Vliegende start
Wij zijn, na eerst een ronde vrijaf, vorige week goed begonnen door de derby tegen Rosstars te winnen en met een vijfpunter een vliegende start in het seizoen 21/22 te maken. Wehl is best een eind rijden als je gewend bent om in Twente en omstreken te spelen, dus we waren dan ook al mooi op tijd in de sporthal.
Bij het inspelen en inslaan zien we een fanatieke ploeg aan de andere kant van het net en met veel ‘Sturm und Drang’ beginnen ze aan de eerste set. We worden werkelijk omvergeblazen en naar mijn gevoel binnen een kwartier wisselen we al voor het eerst van speelhelft: 25-8. Maar acht punten in een set is ons (en mij) nog niet eerder overkomen, of ik heb het ergens diep weggestopt in mijn geheugen. Waren ze zo goed? Of….
Nou eerlijk gezegd begonnen wij niet sterk, maar dat had heel veel te maken met de druk die vanaf bal 1 op ons werd gezet. We kwamen niet eens aan spelen toe. Dus in set 2 maar afgesproken dat het ook niet veel minder kon en dat lieten we vervolgens ook zien. Via 10-10 werd het 14-14 en leek het erop dat we brutaalweg mee zouden gaan doen. Maar dat hielden we niet lang genoeg vol. Een serie werd ons in deze set te machtig en veroorzaakte het verschil: 25-19 (2-0).
Weer een kans
Set 3 dan, weer een kans. En zo blijkt maar weer, dat een wedstrijd bestaat uit meerdere kansen. We namen brutaalweg een voorsprong en zagen barstjes ontstaan in het spelletje van Halley. De passlijn werd ontregeld en daar konden we ineens op anticiperen door blokkerend veel ballen te pakken en werd ook onze aanval onbevangener. Via 2-5 kwamen we op 6-11 en halverwege wisten we dit vast te houden op 12-17. De barstjes werden scheuren in het zelfvertrouwen van de gedoodverfde kampioenskandidaat en met 17-25 trokken we deze set verdiend naar Weerselose zijde: 2-1.
Misschien wel vaker
Wat 1x kan, kan misschien ook wel vaker dus de vierde set begonnen we ook weer goed. Wel stond Halley steeds een tweetal punten voor, maar steeds wisten we te pareren met goede services en blokkerend pinden we de Gelderse kanonnen steeds vaker vast, waardoor ze naar andere oplossingen moesten zoeken. Het werd 10-10, 14-14 en 20-20. De spanning nam toe en er ontspon zich een mooie finale in deze set.
‘Niet gezien’
En wat is het dan jammer dat onze arbiters ook maar mensen zijn en discutabele beslissingen nemen. Niet dat ik het daarop wil gooien, maar als we dan al voor komen boven de 20 en in een rally een bal minstens 50 cm. binnen de lijnen slaan en afstand kunnen nemen en de bal wordt als ‘niet gezien’ beoordeeld, is dat wel even zuur. Daardoor wordt het 22-23 en moet gezegd dat Halley het vervolgens heel vakkundig via één speelster uitspeelt en met 25-23 de wedstrijd in haar voordeel beslist: 3-1.
Blije gezichten
Na afloop zag je aan onze kant alleen maar blije gezichten, natuurlijk niet blij met de onbevredigende afloop van set 4, maar wat zijn we teruggekomen in deze wedstrijd! Eigenlijk best ongelooflijk dat je, na twee sets kansloos te zijn weggespeeld en met zo’n nieuwe selectie, het samen voor elkaar krijgt om er toch een spannende wedstrijd van te maken. “En ja, dan voel je je als coach naderhand best wel trots! Dat wil ik best toegeven, apetrots zelfs!”, stelde Gerjan.